Kolenploeg

Aan de rand van de wijk Rennemig, bij de kruising van de wegen Rennemigerstraat en Ganzeweide herinnert dit voormalig mijnwerktuig aan de mijnindustrie in Heerlen, die zich in het begin van de 20ste eeuw in de stad vestigde. De mijn Oranje Nassau III stond in deze buurt. Aan de Ganzeweide, “de Goazewei” lag de oprit naar de mijn. In deze straat woonden de opzichters in de zogeheten beambtenwoningen.
In haar boek “Onger de rook van de Koel” vertelt Mya Brennenraedts over de tijd van de mijnindustrie, de belevingen uit haar jeugd en de herinneringen van haar ouders en grootouders.
Brennenraedts vertelt de belevenissen rondom de bedrijfsingenieurs, die geen Limburgers waren en herinneringen aan de komst van vele arbeiders van buiten, zoals de familie Grond.
Een lid van deze familie, oorspronkelijk uit Simpelveld, schrijft het boek “Schetsen van Heihoven”, verhalen over het leven in Heerlerheide.
Een citaat uit zijn boek, h.9, Van menschen en dingen… “ En wie kan spreken over de “Jomfer Durlinger” zonder te denken aan het oude kapelletje, dat lag aan wat we zouden kunnen noemen ‘Place de l'etoile” van de Hei, war de straatweg van Heerlen naar Sittard kruiste met de wegen naar Rennemich, naar g'n Grave, naar Kaovelens, naar g'n Kem en naar Pappensjans en Robroek. Het kapelletje was en klein achthoekig gebouw op een steil heuveltje gelegen, en leek een imitatie van de genadekapel van Kevelaar.”
Op die plaats staat nu het mijnmonument en je zou verwachten dat het vroeger dienst gedaan heeft in de ON III. Maar volgens de geraadpleegde bronnen – medewerkers van het mijnmuseum- komt deze machine uit een Duitse mijn. Het is een ‘kolenploegijzer', in het Limburgs ‘de sjaaf' genoemd, met een transportband.
Het werktuig heeft een nummer: 03-9-38 VE-0114.

Foto's: Leonie Robroek