't Berbke

Dit keramisch beeldje staat naast de kerk van de parochie H. Gerardus Majella op de Heksenberg aan de Heerenweg. Het is gemaakt door mevrouw Debets, de echtgenote van Ing. Debets, die verbonden was aan de O.N.mijn I.
Het is Sint Barbara, in Limburg Sinte Berb of 't Berbke genoemd.
Zij is patrones van de mijnwerkers, de koempels. 

De tekst op de gedenkplaat is als volgt: "Aangeboden door de koempels van Oranje Nassau IV, 4 december 1967."

De Oranje Nassaumijn IV lag op de Heksenberg. De kolenproductie stopte in 1968, een jaar nadat deze mijn met de O.N. III was samengegaan.
Met de sluiting van de mijnen kwam ook een einde aan de traditionele vrije dag, 4 december, de dag van het feest van Sint Barbara. Voor katholieken in Zuid Limburg was dit een van de belangrijkste feestdagen, waarop het gebruikelijk was forsythiatakken, appel- of kersentakken te knippen en in een vaas tot bloei te laten komen.
Dat gebruik herdacht de gebeurtenissen uit het leven van de heilige Barbara van Nicomedië: zij werd door haar vader in een toren opgesloten om haar over te halen haar geloof op te geven en haar verhinderde contact te hebben met de christenen.
't Berbke draagt op haar rechterhand die toren met drie ramen. Barbara stierf uiteindelijk de marteldood. Haar vader liet haar doden omdat hij niet kon instemmen met haar keuze om christen te worden. Hij werd toen door de bliksem dodelijk getroffen. Vandaar stamt het gebruik om de H. Barbara aan te roepen voor een zalige dood.
Zij wordt ook vaak afgebeeld met andere attributen, struisvogelveren bijvoorbeeld. Ook dit is een beeld dat uit een legende komt die vertelt dat de zwepen die de beulen gebruikten bij het martelen daarin veranderden.
Sint Barbara wordt ook wel afgebeeld meteen mijnlamp. Of die bij dit beeld ook is afgebeeld of dat dit een mijnschacht voorstelt, is me niet duidelijk.

Foto's: Leonie Robroek

Sint Berb

Wie in de zestiger joare
De koule woerte gesjloate
Hubbe ze ós die goow
Sinte Berb neet geloate

Es-of die mer allein woar
Vuer de mienwirkesj in hunne noeëd
Zint v'r da vergeite dat ze auch
De patrones is van eine zieëlige doeëd?

En doaróm heije ver heur
Zieker in iere mótte houte
V'r zulle heur veursjproak konne gebroeke
Es ze ós doa boave neet binne loate

Kiek vreuger geleufde v'r in
Die ouw heilige in d'r noeëd
Oos geloaf in de krach va die
Heiligen is noe wiet doeëd.

Fientje va Krieëmesj,
Gebrook, 1981
Oet: De heilige va Oud Gebrook