Prometheus

Prometheus, vastgeklonken aan een rots en aangevallen door de adelaar die door Zeus gestuurd is om elke dag zijn lever uit te pikken, die 's nachts weer aangroeit. Zeus had de mens het vuur, het symbool voor beschaving, ontnomen. Prometheus nam het uit de hemel weer terug, verborg het in een holle rietstengel en bracht het zo terug op aarde, waar hij het teruggaf aan de mens. Zeus strafte hem voor zijn daad. Prometheus, wiens naam "vooruitdenker" betekent, werd door Heracles, een zoon van Zeus weer bevrijd.
Prometheus was een zoon van Titan Japetos en Themis, die de mens schiep uit slijk en hem daarna het vuur gaf. In de Griekse mythen de beschermer van de mens tegen de goden.

Zeus stuurde Pandora, die, begiftigd met schoonheid en verstand, als bruid van Epimetheus (achterafdenker), de broer van Prometheus, het onheil onder de mensen bracht. Zij bracht een doos met rampen mee die gesloten moest blijven maar uit nieuwsgierigheid tilde zij het deksel op, waardoor alle kwalen zich op aarde verspreidden. Alleen de hoop bleef over.
In het algemeen wordt hij gezien als de schepper van de beschaving. In tal van Griekse mythen speelt hij een rol.
Overdrachtelijk is een Prometheus een bekwaam kunstenaar, in het bijzonder een beeldhouwer of boetseerder.

Fons Bemelmans heeft met grote vakkundigheid Prometheus met de adelaar in brons weergegeven. Het beeld werd in 1974 in de voortuin van het gebouw van de Rabobank aan de Euterpelaan geplaatst.

Foto's: Leonie Robroek