't Keppe An
Dit bronzen groentevrouwtje kijkt naar de voormalige opzichterwoningen aan de Ganzeweide te Heerlerheide. Zij is Keppe An, een marktvrouw die met eieren en boter te voet naar markten in de verre omtrek liep om daar haar waren te slijten.
In “Schetsen uit de Geschiedenis van Heerlerheide”, beschrijft H.A. Beaujean in hoofdstuk 13 “Kleine en groot handelaren”. “Bij de negotie werden ook vrouwen en kinderen ingeschakeld. Heel gewoon was het b.v. dat de vrouwen elke week met 40 pond (!) boter in hun korf op hun hoofd en veelal nog met aan iedere arm een mand eieren te voet van Heerlerheide naar de markt in Heerlen, Sittard, Gulpen, Maastricht of Aken trokken. De mand op het hoofd rustte op een rond kussen, de zgn. ‘wisj', waardoor de korf op een groter steunvlak zó vast kwam te staan, dat deze stoere vrouwen zonder de hand aan de korf te houden met de vracht in goede conditie op de markt verschenen. De boterpartijtjes werden na het verzamelen tot een massa gekneed en wel eens vermengd met margarine en iets gekleurds alvorens deze in ponds pakken (kluiten) verkocht werd. Als verpakking diende vetvrij papier waaroverheen een koolblad. Zoals gezegd werden de eieren in grote tenen manden vervoerd, de zgn. botten.”
Het beeld werd ter gelegenheid van de opening van de Rabobank Heerlerheide geplaatst.
De maker is me niet bekend.
Foto's: Leonie Robroek
Loflied op de Heitsjer Handel
een tekst van J.S. Hoens
Wat rammelt en ratelt voor dag en dauw
Langs eenzame starten en wegen?
Nog rust heel het aardrijk in nevelig grauw,
Toch klinkt reeds gehinnik, gejoel en gejouw
En klett'rende zweepslag u tegen.
Ge weet het niet? Dan vraagt het mij:
Dat zijn de karren van Heerlerhei!
Wie kent niet de vrouwen in het simpele kleed
Met heldere, blozende kaken?
Ze kruisen de dorpen in 't lang en in 't breed,
Ze kopen daar eiers, betalen gereed,
En pakken ze in korven voor Aken.
Ge weet het niet? Dan vraagt het mij:
Dat zijn de vrouwen van Heerlerhei!
Wie kennen malaise, crediet noch bankroet,
Wie kopen, al winnen ze een duit maar?
Wie vechten bij weerspoed met dubbele moed?
Wie worden steeds rijker in geld en in goed?
Voor wie geldt de luze: Vooruit maar!?
Ge weet het niet? Dan vraagt het mij:
Dat zijn de mannen van Heerlerhei!
Wie zingen bij ledige karren hun lied?
Wie roken zo smakelijk hun pijpje?
Hun koopwaren vonden een gretig debiet,
Hun karren zijn ledig, hun geldbuidel niet
En dat maakt hen zo vrolijk, begrijp je?
Ge weet het niet? Dan vraagt het mij:
Dat zijn de kooplui van Heerlerhei!
Een fragment uit een liedje
Een fragment uit liedje waarin Keppe An bezongen is:
Mestreech haat zie Mooswief
Kirchroa d;r Joepemaan
In heële sjteet d'r brónze Kueb”
Meh Ghen-Heij haat 't Keppe An
't Klinste vruike van Ghen-heij
dat sjteet al op de Goazewei.
't Vruike, hieël erg oud en kleen
Woeë geet dat mit al die eier heen?
Bron CV De Bokkeriejesj